Er zijn vele verhalen geschreven over de bevrijding .
Het Dinteloords verhaal is anders dan euforie in andere plaatsen .
Ook zijn er wel verhalen verschenen over Dinteloord met het zogenoemde vergissing bombardement .
Volgens onze opvatting ging het hier niet om een vergissing maar een geplande operatie .
Het feit dat de Vijand al was vertrokken maakte de bombardementen op Dinteloord volledig overbodig en onterecht.
Op de 4 de november werd in alle vroegte een verkenning vlucht uit gevoerd boven het centrum van Dinteloord.
Tijdens deze verkenning zijn de doelwitten vermoedelijk bepaald.
Het ging hier vermoedelijk om een Piper toestel welke van de tijdelijke landing strip aan de Stierenweg is opgestegen.
We delen het verhaal van dhr A van Sprundel.


Diverse mannen en vrouwen kwamen om tijdens de oorlog hier onder de militair en verzet doden zo ook slachtoffers van Het bombardement op Dinteloord.
Naam Geboren Overleden Leeftijd Echtgeno(o)t(e ) Opmerking
Pieter Saarloos 18-02-1920 17-05-1940 20 Sld .5-3 Dep.Bat
Philippus Boluijt 28-07-1920 27-02-1942 21 zoon van Willen Arie Boluijt en Sientje Verhagen
Hij is omgekomen bij de slag in de Javazee. Matr.I KM
Mathias Timmers 01-11-1878 07-09-1942 63 Gep. Sergt. KNIL
Willem Stange 26-09-1914 19-08-1943 28 Brig. Art. KNIL
J.H v d Hoek 05-09-1913 18-09-1943 30 Lid verzet
M.J Jongeneelen 04-12-1900 30-09-1943 42 D Wmr.Art. KNIL
William de Jong 22-09-1923 18-03-1944 20 Kantoorbediende
W.J van Steen 10-11-1877 20-03-1944 66 Schipper
Theodora J Vermeulen 29-11-1895 25-05-1944 48
Hartmans A Keijzer 20-05-1913 25-09-1944 31 Korp . Politietroepen
Elizabeth K Burgers 12-06-1896 04-11-1944 48
A.J .m. Adriaansen 28-09-1924 04-11-1944 20
Marijn Vogelaar 10-02-1935 04-11-1944 9
Wilhelmina Ede Boeck 03-06-1896 04-11-1944 48
P.J. van Dijk 21-12-1904 04-11-1944 39 P.T.T. bediende
M. A .M .Adriaansen 13-01-1929 04-11-1944 15
Anna Schoenmakers 22-07-1881 04-11-1944 63
Franciscus A 22-05-1893 04-11-1944 51 Kantoorbediende PTT
Meesje C Vogelaar 18-05-1931 04-11-1944 13
Johanna c van Dijk 26-02-1920 04-11-1944 24
A. Timmermans 20-03-1886 05-11-1944 58 Hoefsmid
Jacobus C v/d Hout 13-06-1923 17-11-1944 21 Schippersknecht
Johannes c, Karreman 15-12-1921 17-11-1944 22 1e Matroos
A m J Jongeneelen 02-12-1897 13-01-1945 47 Gemeentewerk man
Arie L Breure 16-04-1905 15-01-1945 39 Kpl. Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
F P Veeke 24-07-1923 03-03-1945 21 Machinist
A M C L Vlamings 07-02-1923 08-03-1945 22 Kantoorbediende / Lid verzet
Johannis M Bom 15-01-1895 14-03-1945 50
Pieter Kamp 23-03-1921 25-04-1945 24 Sld. Kon.Ned.Brig.#Prinses Irene
Jan Robbe 13-04-1910 08-08-1945 35 Sergt. Maj. Inf. KNIL
CJoh .v Eekelen 05-07-1919 28-11-1946 27 Sgt . 2-3-11 R.I.
J Pieter Vissers 03-12-1925 14-10-1947 21 Sld.3-10 RI KL
J A HPoulus 12-05-1926 25-12-1948 22 Sld. 4-G R Ir KL
Kijk op de onderstaande pagina naar het hele verhaal .
biografie van enkele strijders .we herdenken ze streden voor onze vrijheid.
Willem stange
1914 - 1943
Willem wordt geboren op 26 september 1914 in Dinteloord als zoon van het gereformeerde gezin van Koenraad en Maria Stange. Hij tekent voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij als brigadier (Europees korporaal) wordt ingedeeld bij de artillerie in Soerabaja.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen om Oost-Azië te overheersen. Willem wordt tegen deze achtergrond onder de wapenen geroepen en als groepscommandant ingezet bij de verdediging van de kolonie.
Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel ingenomen en dwingen het KNIL op 8 maart 1942 tot overgave. Drie dagen later wordt Willem op Java krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar de kampen. Daarna volgt zijn deportatie naar het vasteland van Zuidoost-Azië, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn. Werken aan de ‘dodenspoorlijn’ betekent voor de gevangenen zeer lange dagen van extreem zwaar werk, terwijl ze blootstaan aan mishandelingen, ongelukken en tropische ziekten. Ook geallieerde bombardementen op de grotere kampen eisen slachtoffers. Ondertussen lijden ze een ernstig gebrek aan adequate voeding, schoon water, medicijnen, kleding en onderdak. Duizenden krijgsgevangenen komen door deze ontberingen om het leven, of keren terug met permanent lichamelijk en geestelijk trauma.
Willem komt uiteindelijk terecht in het Birmese kamp Anganum-2, op honderd kilometer van het westelijke einde van de lijn in Thanbyuzayat. In het kamp schiet de voedselvoorziening ernstig tekort en door gebrek aan adequate medische zorg worden ook zieken ingezet bij de aanleg van de spoordijk. Voor Willem worden de ontberingen uiteindelijk te veel. Op 2 juli 1943 loopt hij beriberi (een ziekte aan hart en bloedvaten als gevolg van een tekort aan vitamine B1) op, waar hij anderhalve maand later, op 19 augustus 1943 aan bezwijkt. Willem is 28 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op de oorlogsbegraafplaats in Thanbyuzayat.
Marinus Jongeneelen
1900 - 1943
Marinus wordt geboren op 4 december 1900 in Dinteloord als zoon van Christiaan Jongeneelen en Antonia Vroegrijk. Na zijn schooltijd tekent hij voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij als wachtmeester wordt aangesteld bij de artillerie in het Javaanse Tjimahi. In die hoedanigheid bekleedt hij ook de functie van parkmeester, verantwoordelijk voor het geschut (de ‘vuurmonden’) van zijn eenheid.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen om Oost-Azië te overheersen. De Japanse veldtocht waarin de belangrijkste strategische punten worden ingenomen, zou uiteindelijk 3 maanden in beslag nemen en eindigen met de capitulatie van het KNIL op 8 maart 1942. Diezelfde dag wordt Marinus in Tjimahi krijgsgevangen genomen. Samen met duizenden andere Nederlandse en KNIL-militairen wordt hij kort daarop naar het vasteland van Zuidoost-Azië getransporteerd, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn.
Marinus komt uiteindelijk terecht in het Thaise kamp van Tamarkan, op 55 kilometer van het Thaise eindpunt van de spoorlijn. Tot mei 1943 fungeert Tamarkan als werkkamp, daarna wordt het een hospitaalkamp waar zieke krijgsgevangenen van andere kampen naartoe worden gebracht. Hoewel de voedselvoorziening en medische zorg in het kamp naar begrippen redelijk zijn, kent het kamp een hoog sterftecijfer door ziekte-uitbraken. Gemiddeld overlijden er zes personen per dag in het kamp aan dysenterie.
Marinus overlijdt in het kamp op 30 september 1943. Mogelijk is hij als ernstig zieke van een ander kamp overgebracht en kort na aankomst overleden. Hij is 42 jaar geworden en rust op de oorlogsbegraafplaats van Kanchanaburi in Thailand.
Pieter Saarloos
1920 - 1940
Pieter wordt geboren op 18 februari 1920 in Dinteloord in een Nederlands Hervormd gezin. Als in de loop van 1939 de oorlogsdreiging voor Nederland sterk toeneemt, wordt hij als dienstplichtige onder de wapenen geroepen en ingedeeld bij het 5-3 Depotbataljon in Delft, waar hij deel uitmaakt van de verdediging van de Vesting Holland.
Begin mei 1940 wordt zijn bataljon verdeeld over verschillende posten in Rotterdam, Leiden en Den Haag voor bewakingstaken. Pieter wordt in dit kader gestationeerd aan het Beursstation in Rotterdam.
Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. De Luftwaffe vliegt voor de grondtroepen uit om met valschermjagers strategische doelen verderop in Holland in te nemen en Nederland zo tot een snelle capitulatie te dwingen. Vroeg in de ochtend van die eerste dag landen Duitse parachutisten zo ook in Rotterdam en bezetten het soor en de Gelderse Kade. Bij de gevechten die dan uitbreken met de Nederlandse verdedigers raakt Pieter zwaar gewond. Hij wordt met schotwonden aan zijn been, buik en hoofd opgenomen in het ziekenhuis in Vlaardingen, maar de geboden hulp mag uiteindelijk niet baten. Op 17 mei 1940, twee dagen na de capitulatie, bezwijkt hij aan zijn eerder opgelopen verwondingen, of aan opgetreden complicaties.
Pieter is 20 jaar geworden. Hij wordt na de meidagen thuis in Dinteloord begraven, totdat hij in het najaar van 2016 wordt herbegraven op Militair ereveld Grebbeberg in Rhenen.
Adrianus Vlamings
1923 - 1945
Adrianus wordt geboren op 7 februari 1923 in Dinteloord, als oudste van de vier kinderen van Henricus Vlamings en Maria van Meer. Tijdens de Duitse bezetting is hij werkzaam als kantoorbediende en zit zich in voor het verzet, hoewel over zijn precieze activiteiten voor de ondergrondse niets met zekerheid bekend is. Op enig moment wordt hij echter gearresteerd en vastgezet in kamp Amersfoort.
In de nacht van 6 op 7 maart 1945 vindt in de buurtschap Woeste Hoeve bij Apeldoorn een ongeplande aanslag plaats op Hans Albin Rauter, de hoogste Duitse politiegeneraal en het hoofd van de SS in Nederland. Rauter overleeft de aanslag, maar de dag erop worden uit vergelding 274 eerder gevangengenomen verzetsstrijders gefusilleerd in Amsterdam, Amersfoort, fort De Bilt bij Utrecht, op de Waalsdorpervlakte en de Woeste Hoeve.
Adrianus is een van de Todeskandidaten die op 8 maart in kamp Amersfoort wordt gefusilleerd. Hij is 22 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op de begraafplaats Rusthof in Amersfoort.
Philippus Boluijt.
1920 - 1942
Philippus wordt geboren op 28 juli 1920 in Dinteloord. Hij dient in Nederlands-Indië als matroos 1e klasse bij de Koninklijke Marine aan boord van de Hr. Ms. Java. Op 13 februari 1942 wordt het schip ondergebracht bij het American-British-Dutch-Australian Command (ABDACOM). Deze geallieerde vlootmacht probeert Java te beschermen tegen de invallende Japanse strijdmacht, maar wordt op 27 februari 1942 verslagen tijdens de Slag in de Javazee. De Java wordt in het gevecht tot zinken gebracht door een torpedo van de Japanse kruiser Nachi. Van de 512 opvarenden komen er 491 om het leven. Een van hen is Philippus; hij is 21 jaar geworden.
Jannes van den Hoek
1913 - 1943
Jannes wordt geboren op 5 september 1913 in Dinteloord. Tijdens de Duitse bezetting is hij actief in het verzet, maar wat zijn activiteiten voor de ondergrondse precies behelzen, is niet bekend. Hij wordt echter gearresteerd en naar Fort de Bilt bij Utrecht gebracht, waar hij op 18 september 1943 wordt gefusilleerd. Jannes is 30 jaar geworden en zijn naam is vereeuwigd op een van de gedenkstenen van het fort.
Pieter Jacobus de Koster
11 juni 1909 - 22 december 1944
Piet wordt geboren op 11 juni 1909 in Breskens en woont met zijn vrouw Adriana Nieuwkerk in Fijnaart. Tijdens de oorlogsjaren is hij werkzaam als schipper van de binnenvaart en vervoert suiker naar verschillende plaatsen in Nederland. Hij werkt onder andere op het motorschip Raffy. Tijdens de bezettingsjaren weigert hij voor de Duitsers te varen en saboteert daar zelfs zijn eigen schip voor. Onder gewapend toezicht wordt hij met een sleepboot alsnog gedwongen uit te varen, maar Piet weet op een bepaald moment alsnog te vluchten met een gekaapt schip. Niet lang daarna wordt hij gevangengenomen en vastgezet. Op 22 december 1944 wordt hij samen met nog acht anderen op de schietbaan aan de Kralingseweg in Rotterdam gefusilleerd als vergelding voor de aanslag op een agent van de Sicherheitsdienst (SD). Piet is 35 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld in Loenen. Bron: Brabantse Gesneuvelden.
Bram Keijzer
1913 - 1944
Bram wordt geboren op 20 mei 1913 in Dinteloord. Ten tijde van de mobilisatie dient hij als korporaal bij het Korps Politietroepen en wordt hij ingezet bij de landsverdediging. Na de Nederlandse capitulatie op 15 mei 1940 wordt Bram weer gedemobiliseerd en probeert bij de reguliere politie zijn werk te hervatten. Met zijn pasgetrouwde vrouw Neeltje Bolluijt verhuist hij naar Enschede, waar hij met ingang van 12 augustus 1940 als agent is aangesteld bij het politiekorps. Vanuit zijn nieuwe betrekking zou Bram ook voor het verzet actief zijn geweest, maar daarover is niets bekend.
Op 29 april 1943 verordenen de Duitse autoriteiten dat alle Nederlandse oud-militairen alsnog als krijgsgevangenen worden afgevoerd, omdat ‘ophitsers’ leden van het voormalige Nederlandse leger tot vijandig gedrag hebben aangezet. In reactie hierop breken de landelijke April-mei stakingen uit, maar deze worden door hun gebrek aan centrale coördinatie snel en hardhandig door de Duitsers beëindigd.
Op 6 juli worden ook 24 oud-militairen in dienst bij het politiekorps in Enschede krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar Duitsland. Een van hen is Bram die naar Stammlager IV-b in Mühlberg an der Elbe wordt afgevoerd. Op enig moment wordt hij doorgezonden naar Melzwig en vervolgens naar Eisleben, buitenkampen van Stalag IV-d Torgau. In Eisleben worden de gevangenen aan het werk gezet ten behoeve van houtbewerkingsfirma Nauhelfta. Een afgevaardigde van het Zweedse gezantschap constateert tijdens een bezoek aan het kamp in oktober 1944 dat de arbeiders Nederlandse krijgsvangenen zijn die eerder hebben geprotesteerd tegen werk voor de Duitse oorlogsindustrie bij Arado Flugzeugwerke GmbH in Wittenberg. Het is echter niet bekend of Bram eerder ook bij Arado heeft gewerkt.
Bram overlijdt op 25 september 1944 in Eisleben aan de gevolgen van difterie. Hij is 31 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats thuis in Dinteloord.
Franciscus Petrus Veeke is geboren in Dinteloord
Op 24 juli 1923 is Franciscus Petrus Veeke geboren in Dinteloord.
Werd te wek gesteld in Uerdingen Hij keert niet meer terug.
Koos Poulus
1926 - 1948
Koos wordt geboren op 12 mei 1926 in Dinteloord als jongste in een gezin van zeven kinderen. Als dienstplichtige komt hij in 1947 op voor militaire dienst en wordt als soldaat ingedeeld bij het in Arnhem opgerichte 4e Bataljon Garde Regiment Prinses Irene. Het ligt in de bedoeling dat Koos na zijn diensttijd het schildersbedrijf van zijn vader overneemt.
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Koos voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na enkele maanden opleiding vertrekt hij in juni 1947 met de Tabinta naar de Oost, waar hij een maand later aan land gaat in Semarang.
Tijdens zijn verblijf in Indië onderhoudt Koos veelvuldig contact met thuis. Hij heeft het goed naar zijn zin in Indië. Als chauffeur van een carrier maakt hij veelvuldig rondes door de natuur waarvan hij diep onder de indruk is. In tegenstelling tot veel van zijn kameraden kan Koos ook het Indische eten erg waarderen. Over zijn medesoldaten is Koos vol lof. Zijn brieven gaan regelmatig vergezeld van negatieven met het verzoek de foto’s voor hem en zijn kameraden terug te sturen.
Tijdens de Eerste Politionele Actie van 24 juli tot 4 augustus 1947 is Koos met zijn eenheid betrokken bij felle gevechten en de bezetting van verschillende plaatsen ten oosten van Semarang. Na afloop van de Actie wordt hij in dit gebied gestationeerd voor patrouille- en bewakingsdienst. Vanaf 13 september dient Koos in het buitengebied van Soerabaja. Hier blijft zijn bataljon het grootste deel van 1948 gelegerd. Tijdens de Tweede Politionele Actie die op 19 december 1948 begint, rukt Koos op richting Blitar dat vanaf dat moment aan zijn eenheid wordt toegewezen voor bewaking. Op 25 december, Eerste Kerstdag, trekt het bataljon verder richting Kediri. Rond drie uur in de middag staat de colonne opgesteld om de stad binnen te rijden. Met drie kameraden zit Koos dan in een carrier in de colonne, met voor hem enkele tanks en gevechtswagens en achter hem nog een carrier. Aan de rand van de stad slaat de colonne linksaf. De carrier van Koos neemt de bocht langzaam en staat een moment stil. Onmiddellijk daarop volgt een enorme knal; de carrier is op een mijn gereden en Koos wordt door de explosie de wagen uitgeslingerd. De andere inzittenden zijn ongedeerd. Onmiddellijk daarop wordt de colonne onder vuur genomen.
Eerste luitenant Van der Kun, commandant van Koos, weet hem te bereiken en ziet dat hij bewusteloos en gewond is. Een hospitaalsoldaat brengt de meest dringende verbanden aan, waarna Koos wordt opgehaald door een Rode Kruiswagen. Het gaat zo slecht met Koos dat een aalmoezenier wordt gezocht, maar omdat die niet aanwezig is, bidt de brigadedominee hem de oefening van berouw voor. Onmiddellijk wordt Koos naar Kediri vervoerd, maar onderweg is hij rond vier uur zonder nog bij kennis te komen overleden. Eenmaal in Kediri wordt hem door pater Bijloos, aalmoezenier van de Grenadiers, het Heilige Oliesel toegediend.
Koos is 22 jaar geworden en wordt de dag erop, Tweede Kerstdag, in aanwezigheid van zijn hele peloton begraven. Hij vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya.
Jan Robbe
13 april 1910 - 8 augustus 1945
Jan wordt geboren op 13 april 1910 in Dinteloord. Hij dient bij het KNIL in Nederlands-Indië en woont in het Javaanse Bandoeng. Eerder heeft hij ook in Batavia gewoond; mogelijk is hij daar opgegroeid. Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen geworden om Oost-Azië te kunnen overheersen. Tegen deze achtergrond wordt Jan als sergeant-majoor-administrateur van de infanterie ingezet bij de verdediging van de kolonie. Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel veroverd. Het KNIL, slecht voorbereid en uitgerust en ernstig gehinderd door besluiteloosheid aan de top, biedt sporadisch nog heftige tegenstand, maar is niet opgewassen tegen de superieure Japanse vuurkracht. Op 8 maart 1942 capituleert het KNIL in Bandoeng. Diezelfde dag wordt Jan daar krijgsgevangen genomen en samen met duizenden andere Nederlandse militairen afgevoerd naar de Javaanse kampen. Later volgt transport naar Sumatra, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Pakanbaroe-spoorlijn die de oost- en westkust van het eiland met elkaar moet verbinden. De omstandigheden zijn er vergelijkbaar met die aan de langere Birma-spoorlijn. Werken aan het spoor betekent voor de gevangenen zeer lange dagen van extreem zware arbeid, terwijl ze blootstaan aan stelselmatige mishandeling, ongelukken en tropische ziekten. Ondertussen lijden ze ernstig gebrek aan adequate voeding, schoon water, medicijnen, kleding en onderdak. Duizenden krijgsgevangenen komen door deze ontberingen om het leven, of keren terug met permanent lichamelijk en geestelijk trauma. Ook voor Jan worden de ontberingen uiteindelijk te veel. In juni 1945 wordt hij ziek opgenomen in het gevangenenhospitaal, om daar als gevolg van de inadequate zorg op 8 augustus 1945 te bezwijken aan malaria. Jan is 35 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi. Bron: Brabantse Gesneuvelden.
Pieter Kamp
1921 - 1945
Pieter wordt geboren op 23 maart 1921 in Dinteloord. Als lid van het gewapende verzet tijdens de Duitse bezetting kan hij zich na de bevrijding van het zuiden van Nederland op 6 februari 1945 melden bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Na een korte opleiding wordt hij in Bergen op Zoom ingedeeld bij de 1e gevechtseenheid van de Prinses Irene Brigade. Eind april 1945 wordt hij gestationeerd aan de Maas, waar de Brigade samen met geallieerde troepen bij Hedel een bruggenhoofd probeert te vestigen voor de verdere bevrijding van de Bommelerwaard.
De geallieerden worden na de oversteek van de Maas echter verrast door onverwacht felle Duitse tegenstand. Op 25 april 1945, bij gevechten rond boerderij De Woerd waar een pelotonscommandopost van de Brigade is gevestigd, raakt Pieter dodelijk gewond. Hij overlijdt diezelfde dag op 24-jarige leeftijd. Hij rust op de gemeentelijke begraafplaats in zijn woonplaats Dinteloord.
Johannes Pieter Vissers
3 december 1925 - 14 oktober 1947
Johannes wordt geboren op 3 december 1925 in Dinteloord. In 1946 meldt hij zich voor dienst bij de Koninklijke Landmacht in Vught en wordt als soldaat ingedeeld bij 3-10 Regiment Infanterie. Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Johannes voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na een korte opleiding vertrekt hij op 1 oktober 1946 als onderdeel van de 7 December Divisie met de Sloterdijk naar de Oost, waar hij voor het einde van de maand bij Batavia aan land gaat. Ondanks de korte opleiding en lichte bewapening wordt Johannes’ bataljon als volwaardige infanterie ingezet, met name voor de bewaking van het paleis van luitenant-gouverneur-generaal Huib van Mook, de woning van legercommandant S.H. Spoor, de gevangenis Struiswijk en de benzinedistributieplaats Senen. Ook wordt het bataljon ingezet voor de transportbegeleiding van Japanse krijgsgevangenen. Nadat het bataljon in maart 1947 is verplaatst naar Tangerang in Banten, het uiterste westen van Java, wordt Johannes daar vanaf juni ingezet bij intensieve zuiveringsoperaties. Na lange, vruchteloze pogingen tussen Nederland en de Republiek om het Akkoord van Lingg djati uitgevoerd te krijgen, geven Den Haag en Batavia legercommandant S.H. Spoor toestemming om met ingang van 21 juli 1947 de Eerste Politionele Actie te beginnen. Doel is het weer onder Nederlandse controle brengen van economisch vitale gebieden op Java en Sumatra, om zo de Republiek naar de onderhandelingstafel te dwingen. Voor de Nederlandse militairen raken de gebeurtenissen na maandenlang wachten en beperkte acties langs de demarcatielijnen plotseling in een stroomversnelling. Voor Johannes betekent de Actie de opvoering van het aantal zuiveringen en wachtdiensten in zijn patrouille vak en deelname aan acties ten westen van Batavia. Na afloop wordt zijn bataljon op verspreide plaatsen in West-Java gelegerd. Tactisch gezien is de Actie een succes; de weerstand van de revolutionairen is snel gebroken en alle militaire doelen worden gehaald. Diplomatiek loopt Nederland echter ernstige schade op en onder toenemende internationale druk wordt de Actie op 4 augustus beëindigd. Al snel dient zich een ander kritiek probleem voor; er moet nu een veel groter gebied veilig worden gesteld, wat de toch al overbelaste Nederlandse troepenmacht nog verder onder druk zet. Het gevreesde gebeurt en de Nederlandse soldaten ondervinden in de maanden na het einde van de Actie een sterke toename va het aantal guerrilla-aanvallen door de revolutionairen. Tegen de deze achtergrond sneuvelt Johannes op 14 oktober 1947 in Balubur Limbangan. Johannes is 21 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta. Bron: Brabantse Gesneuvelden.
Cornelis Johannis van Eekelen
5 juli 1919 - 28 november 1946
Cornelis wordt geboren op 5 juli 1919 in Dinteloord. Hij is getrouwd met Maria Bovendeaard en samen wonen ze met hun kind in Apeldoorn. In de zomer van 1946 wordt hij opgeroepen om zich als dienstplichtige te melden bij de Koninklijke Landmacht in Roermond, waar hij wordt ingedeeld bij het 3-11 Regiment Infanterie. Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd zal Cornelis voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië worden gezonden om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Cornelis wil zijn plicht niet verzaken, maar het afscheid van zijn jonge gezin valt hem bijzonder zwaar. Half oktober 1946 vertrekt hij met de Kota Baroe naar de Oost, waar hij een maand later aan land gaat in Makassar op Celebes. Direct na aankomst wordt Cornelis ingezet voor bewakingsdiensten rond de stad. Op 28 november 1946 loopt Cornelis wacht bij het PTT-station Matoe Angin. Per ongeluk komt hij dan in aanraking met de onder hoogspanning staande omrastering en wordt geëlektrocuteerd. Zwaar gewond en in kritieke toestand wordt hij binnengebracht in het militair hospitaal, maar de geboden hulp mag dan niet meer baten. Hij bezwijkt dezelfde dag nog aan zijn verwondingen, op 27-jarige leeftijd. Hij is dan nog geen twee weken in Indië. Cornelis vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Candi in Semarang. Bron: Brabantse Gesneuvelden.
Jannes Hermanus van den Hoek
5 september 1913 - 18 september 1943
Jannes wordt geboren op 5 september 1913 in Dinteloord. Tijdens de Duitse bezetting is hij actief in het verzet, maar wat zijn activiteiten voor de ondergrondse precies behelzen, is niet bekend. Hij wordt echter gearresteerd en naar Fort de Bilt bij Utrecht gebracht, waar hij op 18 september 1943 wordt gefusilleerd. Jannes is 30 jaar geworden en zijn naam is vereeuwigd op een van de gedenkstenen van het fort. Bron: Brabantse Gesneuvelden.
Abraham {Bram} Keijzer. Ad Vlamings, Willem Stange, Petrus Veeke, Jan Robbe, Phillip Bolluijt, Pieter Kamp, Cornelis van Eekelen, Bram Keijzer.
In Dinteloord zijn diverse vliegeniers tijdelijk begraven. later na de oorlog herbegraven op ere velden zoals in Bergen op Zoom en Margraten.

Hier boven de herdenkings graven van de omgekomen burgers van het bombardement van 4 november 1944.
De familie Bogaarts heeft tijdens het bombardement 2 dochters verloren .
Broer Anton Bogaarts verteld zijn verhaal op zijn web site de orgelman.
Om het verhaal te lezen klik op onderstaande link.
Hieronder het bidprentje van de dochters van de familie Bogaarts.
In dit politie rapport kun je zien wat er speelde tijdens de oorlog.

Jan Louwen en Janus de Bruin hebben gediend in Nederlands Indië .
Een brief ontvangen door een inwoner van Steenbergen van Winston Churchill. te bezichtigen in het gemeente huis in Steenbergen.