Er zijn vele verhalen geschreven over de bevrijding .
Het Dinteloords verhaal is anders dan euforie in andere plaatsen .
Ook zijn er wel verhalen verschenen over Dinteloord met het zogenoemde vergissing bombardement .
Volgens onze opvatting ging het hier niet om een vergissing maar een geplande operatie .
Het feit dat de Vijand al was vertrokken maakte de bombardementen op Dinteloord volledig overbodig en onterecht.
Op de 4 de november werd in alle vroegte een verkenning vlucht uit gevoerd boven het centrum van Dinteloord.
Tijdens deze verkenning zijn de doelwitten vermoedelijk bepaald.
Het ging hier vermoedelijk om een Piper toestel welke van de tijdelijke landing strip aan de Stierenweg is opgestegen.
We delen het verhaal van dhr A van Sprundel.
Diverse mannen en vrouwen kwamen om tijdens de oorlog hier onder de militair en verzet doden zo ook slachtoffers van Het bombardement op Dinteloord.
Naam Geboren Overleden Leeftijd Echtgeno(o)t(e ) Opmerking
Pieter Saarloos 18-02-1920 17-05-1940 20 Sld .5-3 Dep.Bat
Philippus Boluijt 28-07-1920 27-02-1942 21 zoon van Willen Arie Boluijt en Sientje Verhagen
Hij is omgekomen bij de slag in de Javazee. Matr.I KM
Mathias Timmers 01-11-1878 07-09-1942 63 Gep. Sergt. KNIL
Willem Stange 26-09-1914 19-08-1943 28 Brig. Art. KNIL
J.H v d Hoek 05-09-1913 18-09-1943 30 Lid verzet
M.J Jongeneelen 04-12-1900 30-09-1943 42 D Wmr.Art. KNIL
William de Jong 22-09-1923 18-03-1944 20 Kantoorbediende
W.J van Steen 10-11-1877 20-03-1944 66 Schipper
Theodora J Vermeulen 29-11-1895 25-05-1944 48
Hartmans A Keijzer 20-05-1913 25-09-1944 31 Korp . Politietroepen
Elizabeth K Burgers 12-06-1896 04-11-1944 48
A.J .m. Adriaansen 28-09-1924 04-11-1944 20
Marijn Vogelaar 10-02-1935 04-11-1944 9
Wilhelmina Ede Boeck 03-06-1896 04-11-1944 48
P.J. van Dijk 21-12-1904 04-11-1944 39 P.T.T. bediende
M. A .M .Adriaansen 13-01-1929 04-11-1944 15
Anna Schoenmakers 22-07-1881 04-11-1944 63
Franciscus A 22-05-1893 04-11-1944 51 Kantoorbediende PTT
Meesje C Vogelaar 18-05-1931 04-11-1944 13
Johanna c van Dijk 26-02-1920 04-11-1944 24
A. Timmermans 20-03-1886 05-11-1944 58 Hoefsmid
Jacobus C v/d Hout 13-06-1923 17-11-1944 21 Schippersknecht
Johannes c, Karreman 15-12-1921 17-11-1944 22 1e Matroos
A m J Jongeneelen 02-12-1897 13-01-1945 47 Gemeentewerk man
Arie L Breure 16-04-1905 15-01-1945 39 Kpl. Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
F P Veeke 24-07-1923 03-03-1945 21 Machinist
A M C L Vlamings 07-02-1923 08-03-1945 22 Kantoorbediende / Lid verzet
Johannis M Bom 15-01-1895 14-03-1945 50
Pieter Kamp 23-03-1921 25-04-1945 24 Sld. Kon.Ned.Brig.#Prinses Irene
Jan Robbe 13-04-1910 08-08-1945 35 Sergt. Maj. Inf. KNIL
CJoh .v Eekelen 05-07-1919 28-11-1946 27 Sgt . 2-3-11 R.I.
J Pieter Vissers 03-12-1925 14-10-1947 21 Sld.3-10 RI KL
J A HPoulus 12-05-1926 25-12-1948 22 Sld. 4-G R Ir KL
Kijk op de onderstaande site naar het hele verhaal .
biografie van enkele strijders .we herdenken ze streden voor onze vrijheid.
Willem stange
1914 - 1943
Willem wordt geboren op 26 september 1914 in Dinteloord als zoon van het gereformeerde gezin van Koenraad en Maria Stange. Hij tekent voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij als brigadier (Europees korporaal) wordt ingedeeld bij de artillerie in Soerabaja.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen om Oost-Azië te overheersen. Willem wordt tegen deze achtergrond onder de wapenen geroepen en als groepscommandant ingezet bij de verdediging van de kolonie.
Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel ingenomen en dwingen het KNIL op 8 maart 1942 tot overgave. Drie dagen later wordt Willem op Java krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar de kampen. Daarna volgt zijn deportatie naar het vasteland van Zuidoost-Azië, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn. Werken aan de ‘dodenspoorlijn’ betekent voor de gevangenen zeer lange dagen van extreem zwaar werk, terwijl ze blootstaan aan mishandelingen, ongelukken en tropische ziekten. Ook geallieerde bombardementen op de grotere kampen eisen slachtoffers. Ondertussen lijden ze een ernstig gebrek aan adequate voeding, schoon water, medicijnen, kleding en onderdak. Duizenden krijgsgevangenen komen door deze ontberingen om het leven, of keren terug met permanent lichamelijk en geestelijk trauma.
Willem komt uiteindelijk terecht in het Birmese kamp Anganum-2, op honderd kilometer van het westelijke einde van de lijn in Thanbyuzayat. In het kamp schiet de voedselvoorziening ernstig tekort en door gebrek aan adequate medische zorg worden ook zieken ingezet bij de aanleg van de spoordijk. Voor Willem worden de ontberingen uiteindelijk te veel. Op 2 juli 1943 loopt hij beriberi (een ziekte aan hart en bloedvaten als gevolg van een tekort aan vitamine B1) op, waar hij anderhalve maand later, op 19 augustus 1943 aan bezwijkt. Willem is 28 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op de oorlogsbegraafplaats in Thanbyuzayat.
Marinus Jongeneelen
1900 - 1943
Marinus wordt geboren op 4 december 1900 in Dinteloord als zoon van Christiaan Jongeneelen en Antonia Vroegrijk. Na zijn schooltijd tekent hij voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij als wachtmeester wordt aangesteld bij de artillerie in het Javaanse Tjimahi. In die hoedanigheid bekleedt hij ook de functie van parkmeester, verantwoordelijk voor het geschut (de ‘vuurmonden’) van zijn eenheid.
Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië direct binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de verovering van de Nederlandse kolonie voor de Japanners een van de belangrijkste doelen om Oost-Azië te overheersen. De Japanse veldtocht waarin de belangrijkste strategische punten worden ingenomen, zou uiteindelijk 3 maanden in beslag nemen en eindigen met de capitulatie van het KNIL op 8 maart 1942. Diezelfde dag wordt Marinus in Tjimahi krijgsgevangen genomen. Samen met duizenden andere Nederlandse en KNIL-militairen wordt hij kort daarop naar het vasteland van Zuidoost-Azië getransporteerd, waar hij als dwangarbeider wordt ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn.
Marinus komt uiteindelijk terecht in het Thaise kamp van Tamarkan, op 55 kilometer van het Thaise eindpunt van de spoorlijn. Tot mei 1943 fungeert Tamarkan als werkkamp, daarna wordt het een hospitaalkamp waar zieke krijgsgevangenen van andere kampen naartoe worden gebracht. Hoewel de voedselvoorziening en medische zorg in het kamp naar begrippen redelijk zijn, kent het kamp een hoog sterftecijfer door ziekte-uitbraken. Gemiddeld overlijden er zes personen per dag in het kamp aan dysenterie.
Marinus overlijdt in het kamp op 30 september 1943. Mogelijk is hij als ernstig zieke van een ander kamp overgebracht en kort na aankomst overleden. Hij is 42 jaar geworden en rust op de oorlogsbegraafplaats van Kanchanaburi in Thailand.
Pieter Saarloos
1920 - 1940
Pieter wordt geboren op 18 februari 1920 in Dinteloord in een Nederlands Hervormd gezin. Als in de loop van 1939 de oorlogsdreiging voor Nederland sterk toeneemt, wordt hij als dienstplichtige onder de wapenen geroepen en ingedeeld bij het 5-3 Depotbataljon in Delft, waar hij deel uitmaakt van de verdediging van de Vesting Holland.
Begin mei 1940 wordt zijn bataljon verdeeld over verschillende posten in Rotterdam, Leiden en Den Haag voor bewakingstaken. Pieter wordt in dit kader gestationeerd aan het Beursstation in Rotterdam.
Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. De Luftwaffe vliegt voor de grondtroepen uit om met valschermjagers strategische doelen verderop in Holland in te nemen en Nederland zo tot een snelle capitulatie te dwingen. Vroeg in de ochtend van die eerste dag landen Duitse parachutisten zo ook in Rotterdam en bezetten het soor en de Gelderse Kade. Bij de gevechten die dan uitbreken met de Nederlandse verdedigers raakt Pieter zwaar gewond. Hij wordt met schotwonden aan zijn been, buik en hoofd opgenomen in het ziekenhuis in Vlaardingen, maar de geboden hulp mag uiteindelijk niet baten. Op 17 mei 1940, twee dagen na de capitulatie, bezwijkt hij aan zijn eerder opgelopen verwondingen, of aan opgetreden complicaties.
Pieter is 20 jaar geworden. Hij wordt na de meidagen thuis in Dinteloord begraven, totdat hij in het najaar van 2016 wordt herbegraven op Militair ereveld Grebbeberg in Rhenen.
Adrianus Vlamings
1923 - 1945
Adrianus wordt geboren op 7 februari 1923 in Dinteloord, als oudste van de vier kinderen van Henricus Vlamings en Maria van Meer. Tijdens de Duitse bezetting is hij werkzaam als kantoorbediende en zit zich in voor het verzet, hoewel over zijn precieze activiteiten voor de ondergrondse niets met zekerheid bekend is. Op enig moment wordt hij echter gearresteerd en vastgezet in kamp Amersfoort.
In de nacht van 6 op 7 maart 1945 vindt in de buurtschap Woeste Hoeve bij Apeldoorn een ongeplande aanslag plaats op Hans Albin Rauter, de hoogste Duitse politiegeneraal en het hoofd van de SS in Nederland. Rauter overleeft de aanslag, maar de dag erop worden uit vergelding 274 eerder gevangengenomen verzetsstrijders gefusilleerd in Amsterdam, Amersfoort, fort De Bilt bij Utrecht, op de Waalsdorpervlakte en de Woeste Hoeve.
Adrianus is een van de Todeskandidaten die op 8 maart in kamp Amersfoort wordt gefusilleerd. Hij is 22 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op de begraafplaats Rusthof in Amersfoort.
Philippus Boluijt.
1920 - 1942
Philippus wordt geboren op 28 juli 1920 in Dinteloord. Hij dient in Nederlands-Indië als matroos 1e klasse bij de Koninklijke Marine aan boord van de Hr. Ms. Java. Op 13 februari 1942 wordt het schip ondergebracht bij het American-British-Dutch-Australian Command (ABDACOM). Deze geallieerde vlootmacht probeert Java te beschermen tegen de invallende Japanse strijdmacht, maar wordt op 27 februari 1942 verslagen tijdens de Slag in de Javazee. De Java wordt in het gevecht tot zinken gebracht door een torpedo van de Japanse kruiser Nachi. Van de 512 opvarenden komen er 491 om het leven. Een van hen is Philippus; hij is 21 jaar geworden.
Jannes van den Hoek
1913 - 1943
Jannes wordt geboren op 5 september 1913 in Dinteloord. Tijdens de Duitse bezetting is hij actief in het verzet, maar wat zijn activiteiten voor de ondergrondse precies behelzen, is niet bekend. Hij wordt echter gearresteerd en naar Fort de Bilt bij Utrecht gebracht, waar hij op 18 september 1943 wordt gefusilleerd. Jannes is 30 jaar geworden en zijn naam is vereeuwigd op een van de gedenkstenen van het fort.
Bram Keijzer
1913 - 1944
Bram wordt geboren op 20 mei 1913 in Dinteloord. Ten tijde van de mobilisatie dient hij als korporaal bij het Korps Politietroepen en wordt hij ingezet bij de landsverdediging. Na de Nederlandse capitulatie op 15 mei 1940 wordt Bram weer gedemobiliseerd en probeert bij de reguliere politie zijn werk te hervatten. Met zijn pasgetrouwde vrouw Neeltje Bolluijt verhuist hij naar Enschede, waar hij met ingang van 12 augustus 1940 als agent is aangesteld bij het politiekorps. Vanuit zijn nieuwe betrekking zou Bram ook voor het verzet actief zijn geweest, maar daarover is niets bekend.
Op 29 april 1943 verordenen de Duitse autoriteiten dat alle Nederlandse oud-militairen alsnog als krijgsgevangenen worden afgevoerd, omdat ‘ophitsers’ leden van het voormalige Nederlandse leger tot vijandig gedrag hebben aangezet. In reactie hierop breken de landelijke April-meistakingen uit, maar deze worden door hun gebrek aan centrale coördinatie snel en hardhandig door de Duitsers beëindigd.
Op 6 juli worden ook 24 oud-militairen in dienst bij het politiekorps in Enschede krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar Duitsland. Een van hen is Bram die naar Stammlager IV-b in Mühlberg an der Elbe wordt afgevoerd. Op enig moment wordt hij doorgezonden naar Melzwig en vervolgens naar Eisleben, buitenkampen van Stalag IV-d Torgau. In Eisleben worden de gevangenen aan het werk gezet ten behoeve van houtbewerkingsfirma Nauhelfta. Een afgevaardigde van het Zweedse gezantschap constateert tijdens een bezoek aan het kamp in oktober 1944 dat de arbeiders Nederlandse krijgsvangenen zijn die eerder hebben geprotesteerd tegen werk voor de Duitse oorlogsindustrie bij Arado Flugzeugwerke GmbH in Wittenberg. Het is echter niet bekend of Bram eerder ook bij Arado heeft gewerkt.
Bram overlijdt op 25 september 1944 in Eisleben aan de gevolgen van difterie. Hij is 31 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats thuis in Dinteloord.
Koos Poulus
1926 - 1948
Koos wordt geboren op 12 mei 1926 in Dinteloord als jongste in een gezin van zeven kinderen. Als dienstplichtige komt hij in 1947 op voor militaire dienst en wordt als soldaat ingedeeld bij het in Arnhem opgerichte 4e Bataljon Garde Regiment Prinses Irene. Het ligt in de bedoeling dat Koos na zijn diensttijd het schildersbedrijf van zijn vader overneemt.
Vanwege het losgebarsten revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt Koos voor de vervulling van zijn dienstverband naar Nederlands-Indië gezonden, om daar bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Na enkele maanden opleiding vertrekt hij in juni 1947 met de Tabinta naar de Oost, waar hij een maand later aan land gaat in Semarang.
Tijdens zijn verblijf in Indië onderhoudt Koos veelvuldig contact met thuis. Hij heeft het goed naar zijn zin in Indië. Als chauffeur van een carrier maakt hij veelvuldig rondes door de natuur waarvan hij diep onder de indruk is. In tegenstelling tot veel van zijn kameraden kan Koos ook het Indische eten erg waarderen. Over zijn medesoldaten is Koos vol lof. Zijn brieven gaan regelmatig vergezeld van negatieven met het verzoek de foto’s voor hem en zijn kameraden terug te sturen.
Tijdens de Eerste Politionele Actie van 24 juli tot 4 augustus 1947 is Koos met zijn eenheid betrokken bij felle gevechten en de bezetting van verschillende plaatsen ten oosten van Semarang. Na afloop van de Actie wordt hij in dit gebied gestationeerd voor patrouille- en bewakingsdienst. Vanaf 13 september dient Koos in het buitengebied van Soerabaja. Hier blijft zijn bataljon het grootste deel van 1948 gelegerd. Tijdens de Tweede Politionele Actie die op 19 december 1948 begint, rukt Koos op richting Blitar dat vanaf dat moment aan zijn eenheid wordt toegewezen voor bewaking. Op 25 december, Eerste Kerstdag, trekt het bataljon verder richting Kediri. Rond drie uur in de middag staat de colonne opgesteld om de stad binnen te rijden. Met drie kameraden zit Koos dan in een carrier in de colonne, met voor hem enkele tanks en gevechtswagens en achter hem nog een carrier. Aan de rand van de stad slaat de colonne linksaf. De carrier van Koos neemt de bocht langzaam en staat een moment stil. Onmiddellijk daarop volgt een enorme knal; de carrier is op een mijn gereden en Koos wordt door de explosie de wagen uitgeslingerd. De andere inzittenden zijn ongedeerd. Onmiddellijk daarop wordt de colonne onder vuur genomen.
Eerste luitenant Van der Kun, commandant van Koos, weet hem te bereiken en ziet dat hij bewusteloos en gewond is. Een hospitaalsoldaat brengt de meest dringende verbanden aan, waarna Koos wordt opgehaald door een Rode Kruiswagen. Het gaat zo slecht met Koos dat een aalmoezenier wordt gezocht, maar omdat die niet aanwezig is, bidt de brigadedominee hem de oefening van berouw voor. Onmiddellijk wordt Koos naar Kediri vervoerd, maar onderweg is hij rond vier uur zonder nog bij kennis te komen overleden. Eenmaal in Kediri wordt hem door pater Bijloos, aalmoezenier van de Grenadiers, het Heilige Oliesel toegediend.
Koos is 22 jaar geworden en wordt de dag erop, Tweede Kerstdag, in aanwezigheid van zijn hele peloton begraven. Hij vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya.
Pieter Kamp
1921 - 1945
Pieter wordt geboren op 23 maart 1921 in Dinteloord. Als lid van het gewapende verzet tijdens de Duitse bezetting kan hij zich na de bevrijding van het zuiden van Nederland op 6 februari 1945 melden bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Na een korte opleiding wordt hij in Bergen op Zoom ingedeeld bij de 1e gevechtseenheid van de Prinses Irene Brigade. Eind april 1945 wordt hij gestationeerd aan de Maas, waar de Brigade samen met geallieerde troepen bij Hedel een bruggenhoofd probeert te vestigen voor de verdere bevrijding van de Bommelerwaard.
De geallieerden worden na de oversteek van de Maas echter verrast door onverwacht felle Duitse tegenstand. Op 25 april 1945, bij gevechten rond boerderij De Woerd waar een pelotonscommandopost van de Brigade is gevestigd, raakt Pieter dodelijk gewond. Hij overlijdt diezelfde dag op 24-jarige leeftijd. Hij rust op de gemeentelijke begraafplaats in zijn woonplaats Dinteloord.
In Dinteloord zijn diverse vliegeniers tijdelijk begraven. later na de oorlog herbegraven op ere velden zoals in Bergen op Zoom en Margraten.
Hier boven de herdenkings graven van de omgekomen burgers van het bombardement van 4 november 1944.
De familie Bogaarts heeft tijdens het bombardement 2 dochters verloren .
Broer Anton Bogaarts verteld zijn verhaal op zijn web site de orgelman.
Om het verhaal te lezen klik op onderstaande link.
Hieronder het bidprentje van de dochters van de familie Bogaarts.
In dit politie rapport kun je zien wat er speelde tijdens de oorlog.
Jan Louwen en Janus de Bruin hebben gediend in Nederlands Indië .
Een brief ontvangen door een inwoner van Steenbergen van Winston Churchill. te bezichtigen in het gemeente huis in Steenbergen.